Aansprakelijkheid bestuurder transportbedrijf voor gebruik tankpassen
In een onlangs gepubliceerde uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag* heeft een brandstofleverancier met succes van een voormalig bestuurder van een transportbedrijf betaling gevorderd van brandstofkosten betrekking hebbend op de periode voorafgaand aan het faillissement.
Op grond het Beklamel-arrest van de Hoge Raad uit 1989** is dit geen verrassende uitspraak. De zogeheten Beklamel-norm brengt met zich mee dat een bestuurder van een naamloze of besloten vennootschap jegens een schuldeiser van die vennootschap in persoon aansprakelijk kan zijn, indien hij in zijn hoedanigheid van bestuurder namens de rechtspersoon een overeenkomst is aangegaan, terwijl hij bij het aangaan van de overeenkomst wist of redelijkerwijs behoorde te weten dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen kon voldoen en geen verhaal zou bieden. Het is aan de bestuurder om in dergelijke gevallen aan te tonen dat hem geen persoonlijk verwijt kan worden gemaakt.
Een bestuurder van een in zwaar weer verkerende onderneming zal zich moeten realiseren dat hij een fors risico loopt om in persoon aansprakelijk te worden gesteld voor verplichtingen die zijn onderneming is aangegaan in de periode voorafgaand aan het faillissement. Dit geldt ook voor duur- en raamovereenkomsten, waarbij valt te denken aan contracten met brandstofleveranciers (tankpassen), maar ook aan inleenovereenkomsten met uitzendbureaus.
Voor de bestuurder van een onderneming in zwaar weer is het bijzonder lastig om een keuze te maken tussen doordraaien van de zaak in de hoop op betere tijden en het nemen van de beslissing dat de bedrijfsactiviteiten moeten worden gestaakt. Het tijdig inwinnen van juridisch advies zal van belang zijn om een goede afweging en beslissing te maken.
Schuldeisers doen er verstandig aan om hun vorderingen niet al te vlot als concurrente vorderingen af te schrijven en dienen kritisch te bezien of de aan de facturen ten grondslag liggende overeenkomsten zijn gesloten kort voor de datum van het faillissement. Wellicht is er in dat geval alsnog een mogelijkheid om schadeloos te worden gesteld door de bestuurder.
Voor meer informatie over bestuurdersaansprakelijkheid, het incasseren van vorderingen en andere juridische onderwerpen waar u als transportondernemer mee te maken kunt krijgen, kunt u contact opnemen met mr. Otto Lenselink (olenselink@buntsma.nl).
Juni 2015
* Gerechtshof Den Haag, 245 november 2014, publicatie 31 maart 2015, ECLI:NL:GHDHA:2014:4441.
** Hoge Raad 6 oktober 1989, ECLI:NL:HR1989:AB9521