Rechten en plichten bij (jonge) kinderen

Rechten en plichten bij (jonge) kinderen

Wat een bijzondere en mooie gebeurtenis zou moeten zijn, verandert plots op het moment dat u uit elkaar gaat. Er volgt een onzekere periode met veel ups en downs, terwijl alle aandacht uit zou moeten gaan naar de zwangerschap en de bevalling. Wat zijn rechten en plichten bij (jonge) kinderen?

Niet alleen de moeder, maar ook de vader heeft recht op omgang met de baby

Rechten moeder en vader

Niet alleen de moeder, maar ook de vader heeft recht op omgang met de baby. Van belang is, zeker bij kleine kinderen, dat vaders het kindje met regelmaat zien. Ouders zullen hierover goede afspraken moeten maken. In mijn eerdere blog ‘ouderschap en samenwoners’ heb ik al uitleg gegeven over het ouderlijk gezag. Moeders hebben na de geboorte automatisch het gezag over een kind. Voor vaders ligt dat anders. Zijn ouders getrouwd, dan heeft vader ook automatisch het gezag. In die situatie hebben vader en moeder dezelfde rechten plichten. Zijn ouders niet getrouwd dan zal hiervoor nog het een en ander geregeld moeten worden (inschrijving in het gezagsregister).

Opvoeding door beide ouders

Beide ouders hebben niet alleen recht om het kindje samen op te voeden maar zijn hiertoe ook verplicht. Vader heeft ook het recht, en moeder dus de plicht, om geïnformeerd te worden en te worden geraadpleegd bij belangrijke zaken aangaande het kindje. Het kindje heeft recht op een gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide ouders.

Regelmatig contact

Met name bij baby’s is de hechting met de ouders erg belangrijk en het eerste jaar van een kind is hiervoor zeer bepalend. Een goede hechting met vader en moeder is belangrijk voor onder andere de ontwikkeling bij het kind van een positief zelfbeeld. Als de hechting slecht verloopt, lopen kinderen meer risico’s op moeilijkheden op school en bij het aangaan van relaties/vriendschappen. Het is dus belangrijk dat beiden ouders beseffen dat een kind er niet bij is gebaat om geen band te kunnen opbouwen met de andere ouder.

Om tot een goede hechting te komen is het van belang dat beide ouders de baby met regelmaat zien en verzorgen. Hechting ontstaat met name bij het verschonen, voeden, knuffelen, troosten en voeden van de baby.  Om deze reden is het voor kleine kinderen beter om beide ouders meerdere keren in de week te zien dan slechts éénmaal per twee weken een weekend. De frequentie is dus belangrijker dan de duur van het contact.

Opbouw contact jonge kinderen

Als de baby zich goed heeft gehecht, is het weer tijd voor het loslaten van het kindje. Er moet dan gelegenheid en ruimte zijn om zelfstandig dingen te onderzoeken en dat kan alleen als een kindje zich veilig voelt. Concreet kan voor jonge kinderen aan de volgende opbouw worden gedacht:

0 tot 9 maanden

Enkele keren per week een paar uur naar de andere ouder. Als ouders goed met elkaar kunnen communiceren, kan dit contact ook plaatsvinden bij de ouder waar het kind woont.

9 maanden tot 1,5 jaar:

Regelmatig contact is belangrijk waarbij gedacht kan worden aan iedere 3 tot 4 dagen.

1,5 tot 3 jaar:

Contact van 2 of 3 dagen waarbij ook overnachtingen kunnen plaatsvinden.

3 tot 5 jaar:

Uitbreiding van de contacten van 2 of 3 dagen met overnachting, waarbij gedacht kan worden aan co-ouderschap.

5 tot 12 jaar:

Een duidelijke en gestructureerde regeling. Contact kan tussendoor plaatsvinden via de telefoon en e-mail.

Opbouwende regeling

Het is voor uw kindje het prettigst als ouders samen een (opbouwende) regeling kunnen opstellen. Mocht u hierbij hulp of advies nodig hebben, dan kunt u uiteraard voor een vrijblijvend adviesgesprek met kantoor contact opnemen.

Auteur: Linda van Haperen

Indexatie alimentatie

Indexatie alimentatie

Ieder jaar wordt de alimentatie een stukje hoger, de zogenoemde indexering. De wetgever heeft bepaald dat iedere alimentatiebetaler verplicht is deze verhoging te betalen (tenzij partijen dit hebben uitgesloten). De gedachte achter de indexatie is gelegen in de situatie dat het salaris ieder jaar stijgt, maar ook de kosten van het levensonderhoud. Het percentage waarmee de bijdrage wordt verhoogd, wordt jaarlijks door de overheid vastgesteld.

Indexeringspercentage

Voor het jaar 2019 is het indexeringspercentage vastgesteld op 2%. Dit betekent dat de bijdrage (alimentatie) met ingang van 1 januari 2019 met 2% verhoogd moet worden.

Van belang is dat de indexering niet automatisch plaatsvindt. Het is belangrijk om dit als betaler zelf in de gaten te houden, omdat de indexatie met terugwerkende kracht (tot vijf jaar) kan worden gevorderd.

Partijen mogen de indexatie (voor een bepaalde periode of in het geheel) uitsluiten. Hierbij is wel van belang dat dat schriftelijk gebeurt. Dit kan interessant zijn als het loon niet jaarlijks meestijgt met het loon-/prijspeil. Daarnaast kunnen partijen een andere vorm van indexatie afspreken. Al met al voldoende reden om hierbij stil te staan bij het maken van afspraken rondom de kinder- en/of partneralimentatie. Een rechter kan eveneens worden gevraagd om de indexatie uit te sluiten, al komt dit niet vaak voor.

Vragen over de indexatie van alimentatie?

Mocht u benieuwd zijn of wij in uw situatie wat voor u kunnen betekenen, dan kunt u uiteraard voor een vrijblijvend adviesgesprek contact opnemen met kantoor. Voor het berekenen van de alimentatiebijdrage met indexatie kunt u kijken op de website van het LBIO (www.lbio.nl).

Linda van Haperen