Wetsvoorstel tegen te lange betalingstermijnen aangenomen door Tweede Kamer.
Op 14 februari 2017 is het wetsvoorstel ‘uiterste betalingstermijn van zestig dagen voor grote ondernemingen’ aangenomen door de Tweede Kamer.
Dit wetsvoorstel verbiedt grootbedrijven om in het handelsverkeer met zelfstandig ondernemers (ZZP’ers) en het midden- en kleinbedrijf (MKB) betalingstermijnen overeen te komen van meer dan 60 dagen. Het wetsvoorstel is een verscherping van een in 2013 ingevoerde wet.
Met het wetsvoorstel wordt beoogd de ongelijke onderhandelingspositie te compenseren van de zelfstandige ondernemer en het MKB ten opzichte van de grootbedrijven.
Onder grootbedrijf wordt verstaan een onderneming met meer dan 250 werknemers en een omzet van meer dan 40 miljoen.
Veel bedrijven uit het MKB zijn sterk afhankelijk zijn van één of meer grote opdrachtgevers. Betalingstermijnen van 90 of zelfs 120 dagen zijn in de praktijk niet ongebruikelijk.
Het hanteren van dergelijke lange betalingstermijnen betekende dat deze bedrijven uit het midden- en kleinbedrijf de facturen zelf dienden voor te financieren met alle kosten en risico’s van dien. Hierdoor kwamen MKB’ers vaak in liquiditeitsproblemen, soms gevolgd door een faillissement dat eenvoudig voorkomen had kunnen worden indien er een redelijke betalingstermijn in acht was genomen.
De standaard betalingstermijn van 30 dagen blijft gehandhaafd in de wet. Het verbod om een langere betalingstermijn dan 60 dagen aan te gaan is nieuw. Dit geldt ook voor de sanctie indien het groothandelsbedrijf besluit om betalingstermijnen op de te nemen van meer dan 60 dagen in de overeenkomsten mat de leveranciers. In dat geval wordt deze betalingstermijn nietig verklaard en van rechtswege omgezet in een betalingstermijn van 30 dagen. Het grootbedrijf is dan aan de MKB’er de wettelijke handelsrente verschuldigd indien de factuur na 30 dagen wordt voldaan.
De aanscherping van deze wet geldt alleen in de specifieke handelsrelatie tussen een grootbedrijf in haar hoedanigheid van afnemer en een MKB-bedrijf of zelfstandig ondernemer in de hoedanigheid van leverancier of dienstverlener.
Het ligt in de lijn der verwachting dat het wetsvoorstel in de loop van 2017 ook wordt aangenomen door de Eerste Kamer, waarna deze aanscherping van de wet een feit zal zijn. Ook voorafgaand aan de invoering van deze wetswijziging is het nuttig om hiervan op de hoogte te zijn. Ik verwacht dat namelijk dat ‘groothandelsbedrijven’ die in de toekomst compliant willen zijn, een maximale betalingstermijn van 60 dagen alvast zullen respecteren.
Conclusie: er is wetgeving in de maak die paal en perk zal stellen aan betalingstermijnen van 60 dagen en langer in de handelsrelaties tussen de grootbedrijven en hun leveranciers uit het midden- en kleinbedrijf.
Mijn inziens is dit een goede ontwikkeling. In het verleden zijn te vaak gezonde bedrijven onnodig op de fles gegaan, door de onredelijk lange betalingstermijnen.
Mr. Otto Lenselink
Breda, maart 2017